De Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) houdt van eten, regelmaat en rituelen. Steevast gaat hij om tien uur ’s avonds dineren. Tegen de tijd dat hij klaar is en naar bed gaat, zo rond half twaalf, stopt hij als nachtelijke snack nog wat gekonfijte vruchten en een gekookt eitje in zijn zak.
Zijn gezonde eetlust heeft de Zonnekoning niet geërfd van zijn vader Lodewijk XIII, maar van zijn grootvader Henri IV. De eetgewoonten van Lodewijk XIII worden namelijk bepaalt door medicinale recepten en die krijgt de Zonnekoning voorgeschreven van zijn lijfarts. Zelf begint Lodewijk XIV zijn dag met een vloeibaar ontbijt. Rond half negen krijgt hij wijn vermengd met water en potage (soep) met veel specerijen. Zijn lunch en diner bestaan uit vijf gangen van zes tot acht gerechten en gemiddeld eet de lekkerbek zo’n twintig gerechten.
De Zonnekoning eet het hele jaar door een flink bord salade. Lodewijk heeft namelijk een zwak voor salades van rauwe bladgroenten met dragon, kleine pimpernel en basilicum. Ook viooltjes in zijn salade vindt hij lekker. En als dressing gebruikt hij zout en azijn. Lodewijk heeft last van allerlei kwalen en kwaaltjes: het eten van salades wordt hem uiteindelijk door zijn artsen verboden.
Tussen 1678 en 1683 laat Lodewijk bij Paleis Versailles een koninklijke moestuin aanleggen. Zijn tuinman Jean-Baptiste de La Quintinie weet er in maart aardbeien, in april peultjes, in juni vijgen en in december asperges, radijsjes en sla te telen. Behalve allerlei kruiden, komkommers en groene (blad)groenten, worden in de tuinen van Versailles zestien verschillende slasoorten geteeld.
Zie ook Salade Lodewijk XIV
– Beeld: Munt door Jean Varin (1665), Bibliothèque nationale de France, Cabinet des Médailles; Versailles, Antechamber of the Queen’s Grand Couvert @Château de Versailles.
– Beeldbewerking: Collation