Lang voor de geboorte van Jezus gebruiken de Chinezen de ‘Sina-appel’ al om groente, thee en wijn te kruiden. In Europa wordt het gebruik pas vele eeuwen later overgenomen. Na de middeleeuwen worden citrusvruchten toegevoegd aan gekruide wijnen als hipocras en glühwein.
Het oudste recept voor bisschopswijn gebruikt onrijpe bittere sinaasappels en is in 1773 opgetekend in een Duits boek. Toch is de manier waarop de Britten de bisschop bereiden bekender geworden. Van oudsher gebruiken de Britten port voor de bereiding, maar net als in Duitsland wordt de alcoholische opwarmer in Nederland met rode wijn bereid. Hier wordt de bisschop rond Sinterklaas (ge)dronken.
Ingrediënten:
- 1 biologische sinaasappel
- 16 kruidnagelen
- 2 eetlepels (30 gram) rietsuiker
- ½ theelepel kaneelpoeder
- ½ theelepel foelie of nootmuskaat
- ½ theelepel piment
- 1 theelepel gemberpoeder
- 300 ml water
- 1 fles (750 ml) rode port
- Het sap van 1 sinaasappel
Bereiding
Verwarm de oven op 200 °C. Was de sinaasappel, afdrogen en doormidden snijden. Gebruik de punt van een mes om 16 gaatjes in de sinaasappelschil te prikken. Steek de kruidnagelen in de gaatjes.
Leg een stuk bakpapier in een kleine ovenschaal. Doe de sinaasappel erin. Zet de schaal 10 tot 15 minuten in het midden van de oven. Doe ondertussen het water in een ruime pan en voeg de suiker, kaneel, foelie, piment en gember toe. Op hoog vuur aan de kook brengen, goed roeren en tot ongeveer de helft inkoken. Draai het vuur laag.
Voeg de port, de halve sinaasappels en het sinaasappelsap toe. Op laag vuur verwarmen. De bisschopswijn mag niet koken. Serveer de warme wijn in glazen.
Bron: http://foodhistorjottings.blogspot.nl/2013/